Van 4 tot 8 oktober 1914 veranderde Berlare in een slagveld. Duitse militairen probeerden er vanuit Schoonaarde de Schelde over te steken en verder op te rukken. Tot op vandaag vind je sporen van de bloedige Slag bij Berlare.
Precies twee maanden nadat het Duitse leger België binnen marcheerde, lanceerden de militairen een offensief om de Schelde over te steken in Schoonaarde. Het Belgische leger verdedigde zich met hand en tand. Eerst bliezen ze de brug tussen Berlare en Schoonaarde op, waarna ze zich langs de oevers van de Schelde verschansten om de Duitse aanvallen af te slaan.
Vier dagen lang hielden ze stand, lang genoeg om hun makkers in de fortengordel rond Antwerpen de tijd te geven om te ontkomen. De fortengordel klapte immers als een kaartenhuisje en elkaar en werden een voor een verlaten. Op 8 oktober werd Antwerpen ontruimd en trok het Belgische leger zich terug achter de IJzer.
De tol in Berlare was hoog. Zeker zestig Belgische soldaten kwamen om het leven. Hun namen zijn vereeuwigd in een oorlogsmonument dat in 1930 onthuld werd aan de voet van de Sint-Martinuskerk.
Ook op de plaats van het slagveld herinnert een gedenkplaat aan 't Oud Brughuys de gevechten. Van de gedynamiteerde brug: geen spoor meer.
Op de Scheldeboord prijkt wel nog een lantaarnpaal die de brug sierde. Eind twintigste eeuw werd de arduinen sokkel ervan opgevist uit de Schelde en gerestaureerd. Op de sokkel prijkt 'Gemeente Berlare' en een reliëf van de patroonheilige Sint-Martinus.
Een veertig kilometer lange herdenkingsroute, uitgestippeld door het gemeentebestuur van Berlare in samenwerking met Heem- en Oudheidkundige Kring Berlare, Heemkundige Kring Overmere en Werkgroep Erfgoed Uitbergen brengt je naar nog meer sporen van het oorlogsverleden.
Langsheen je tocht vind je dertig infoborden terug die het verhaal vertellen over een luchtgevecht boven Uitbergen, het wrede lot van de gebroeders Van den Steen, het vuurgevecht aan de Polsgracht en het bezoek van keizer Wilhelm II aan Overmere.
Ontdek de herdenkingsfietsroute WOI
Tekst: Bart Vanacker